image/svg+xml

Verhaal 19 Een textielbedrijf van formaat-----Salomon Jacob Spanjaard (1828-1971)

Verhaal

Verhaal 19 Een textielbedrijf van formaat-----Salomon Jacob Spanjaard (1828-1971)

Plaatje bij verhaal: 18-1 -plaatje_83_ HG28-04 Salomon Jacob Spanjaard.jpg

Verhaal 19 Een textielbedrijf van formaat-----Salomon Jacob Spanjaard (1828-1971)

Hierboven plaatje 83. Portret van Salomon Jacob Spanjaard (1783-1861). Het is gemaakt bij zijn 50-jarig huwelijk met Sara van Gelder. Hij heeft de textielfabriek Spanjaard opgericht, die door zijn zoons Jacob en Levie is voortgezet.

Een joodse jongeman uit Duitsland

Rond 1800 maakt een joodse jongeman van 17 jaar oud uit Duitsland de verre reis naar Nederland. Hij komt uit het plaatsje Bodendorf bij de stad Remagen aan de Rijn. Zijn naam is Salomon Jacob (1783-1861), maar hij neemt later de familienaam Spanjaard aan. Hij komt in Borne terecht en trouwt er in 1811 met het joodse meisje Sara David. Zij kiest later de achternaam Van Gelder. Eerst komt Salomon Jacob aan de kost met de handel in oude kleren, maar al gauw bouwt hij een textielbedrijf op dat veel voor het kleine Borne zal gaan betekenen.

Een slimme zakenman

In 1828 laat Salomon Jacob Spanjaard zijn bedrijfje officieel inschrijven. Als beroep geeft hij op: winkelier, ‘inlands kramer’ (dat is een straatventer), en koopman. Hij is een man met een bijzondere handelsgeest. Van een klein zaakje maakt hij in korte tijd een bloeiend textielbedrijf. Veel Bornse huiswevers gaan bij hem werken. Ze maken lange dagen, maar ze krijgen nu wel een vast loon. Rond 1850 heeft Spanjaard al een fabriekje met 50 handweefgetouwen. Het staat tussen de Aanslagsweg en de Grotestraat, tegenover de Ennekerdijk. Als fabrikeur laat hij ook nog een paar honderd huiswevers voor zich werken. Zijn katoenen garens koopt hij rechtstreeks van Engelse spinnerijen. Ook het bleken en verven van de geweven stoffen besteedt hij uit. Hij reist heel wat af voor de verkoop van zijn stoffen. In 1852 verkoopt hij het bedrijf aan zijn twee zoons Jacob en Levie. Kort na zijn 50-jarig huwelijksfeest in 1861 overlijdt hij. Hij is 78 jaar geworden. Zijn vrouw Sara overlijdt in 1882, 89 jaar oud.

Nieuwe kansen door het spoor

In 1864 hebben Jacob en Levie Spanjaard een weverij aan de Oude Almeloseweg, tegenover de plaats waar nu de basisschool Iemnschelf, locatie de Esch, is. Eerst was hier de machinefabriek van Meijling & Stork. Dan horen de broers dat er plannen zijn voor de aanleg van een spoorlijn. Ook in Borne zal er een station komen. Ze begrijpen dat dit heel belangrijk is voor hun groeiende bedrijf. Het transport wordt daardoor goedkoper en sneller. Ze nemen aandelen in de onderneming die de spoorlijn gaat aanleggen. Op een heideveld bij het spoor laten ze een nieuwe fabriek bouwen die heel modern is voor die tijd. Jacob en Levie Spanjaard leggen de eerste steen van de fabriek op 22 augustus 1864.

 

18-2 - plaatje_85_Spanjaard - 1865 - Fabriek - Grootenboer.jpg
Plaatje 85. De nieuwe fabriek van Jacob en Levie Spanjaard bij het spoor in 1865. De fabriek heet Stoomfabriek
‘Sophia’ Koningin der Nederlanden. In het hoge gebouw staat de stoomketel. De schoorsteen is voor de afvoer
van de rook van de verbrande steenkool. Later zag je overal in Twente bij de textielfabrieken schoorstenen
verrijzen. Dit moet de oudste foto uit Borne zijn.

 

 

De kracht van stoom

De broers kopen in Engeland een stoomketel en een stoommachine voor hun nieuwe fabriek. Deze apparaten vormen samen een grote motor. In de ketel wordt voortdurend water aan de kook gebracht door het verbranden van steenkool. Het kokende water verandert in stoom die onder hoge druk staat. Denk maar aan een fluitketel met kokend water. De stoommachine is een heel groot wiel, dat door de kracht van de stoom uit de ketel aan het draaien wordt gebracht. Het grote wiel brengt een groot aantal kleine wielen aan het draaien. Om elk wiel loopt een leren riem die een textielmachine aandrijft, bijvoorbeeld een spinmachine of een weefgetouw. Dank zij het nieuwe spoor kan de steenkool nu goedkoop met de trein worden aangevoerd. De steenkool komt helemaal uit Duitsland, uit de mijnen van Ibbenbüren.

 

18-7 - plaatje_88_Spanjaard Spinnerij 013 - Henk ten Thije.jpg
Plaatje 88. Zo zag het er uit in de spinnerij van Spanjaard. Al die machines maakten veel lawaai.
In de weverij was het nog erger. Daarom waren de meeste wevers doof.

 

 

Koningin Sophia

Als de nieuwe fabriek in 1865 klaar is, worden de weefgetouwen van de Oude Almeloseweg overgebracht naar de nieuwe fabriek. Zo ontstaat Spanjaards eerste stoomfabriek met 180 weefgetouwen. Op 13 september 1865 krijgen Jacob en Levie Spanjaard toestemming van de koningin om hun bedrijf naar haar te noemen. De naam wordt dan Stoom Fabriek ‘Sophia’ Koningin der Nederlanden. Koningin Sophia is de vrouw van koning Willem III. Ze hebben een fotograaf laten komen om een mooie foto van de nieuwe fabriek te maken. Deze foto uit 1865 moet de eerste zijn die ooit in Borne is gemaakt.

 

18-4 - plaatje_84_Koningin Sophia.jpg
Plaatje 84. Koningin Sophia, koningin der Nederlanden, de eerste vrouw van koning
Willem III. Zij gaf in 1865 haar naam aan de textielfabriek van Spanjaard. 

 

 

Kinderarbeid

In 1865 is het nog heel gewoon dat kinderen moeten werken. De lonen zijn laag. De vaders verdienen meestal niet genoeg voor hun gezin. In Twente moeten veel kinderen van zeven of acht jaar al de hele dag werken in de textielfabrieken. Ook bij Spanjaard. Niemand vond dat toen gek. Soms valt een kind in slaap bij een ratelende machine en gebeurt er een vreselijk ongeluk. Af en toe spreekt de regering wel eens schande van de kinderarbeid, want kinderen horen naar school te gaan. Maar het blijft bij mooie woorden en er verandert heel lang niets. Pas in 1874 komt er een wet: kinderen beneden de 12 jaar mogen niet meer in de fabriek werken. Maar er wordt niet gecontroleerd. Je kunt wel raden wat dat betekent! In 1889 maakt een nieuwe wet toch een eind aan de kinderarbeid. Voortaan zitten kinderen gewoon tot hun twaalfde op school.

Een nieuw bestuur

Door de stoomaandrijving gaat het spinnen en weven veel sneller dan vroeger, met de hand. Zo zijn de kosten lager en is de winst hoger. De Spanjaards maken veel winst, zodat ze het bedrijf in de jaren daarna nog heel vaak kunnen uitbreiden. Maar langzamerhand wordt de onderneming te groot voor een familiebedrijf. In 1901 wordt het bedrijf omgezet in een Naamloze Vennootschap. Dat betekent dat iedereen nu eigenaar van het bedrijf kan worden. Voor bijvoorbeeld 1.000 gulden kun je een klein stukje van het bedrijf kopen. Het bewijs dat je 1.000 gulden hebt betaald, heet een aandeel. Als het bedrijf winst maakt, krijgt iedereen die een aandeel heeft ook een klein stukje van de winst. Spanjaard verkoopt veel aandelen. Eigenlijk is elk aandeel een geldlening. Met dat geleende geld kan Spanjaard het bedrijf uitbreiden en meer winst maken.

De god van Borne

De directie bestaat dan nog steeds alleen uit leden van de familie Spanjaard. Een van hen is Jacob II Spanjaard (18731934). Hij krijgt de bijnaam “de god van Borne”, omdat hij veel macht heeft, ook buiten de fabriek. Geliefd is hij niet, maar in stilte helpt hij de gezinnen van zijn werknemers die het financieel moeilijk hebben.

Werknemers uit Drente en Vollenhove

Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) krijgen de Twentse textielfabrieken het zo druk, dat er niet genoeg personeel is in Twente. Spanjaard haalt veel mensen uit Drente met hun gezinnen naar Borne. Er is daar veel werkloosheid onder de turfstekers in de veengebieden. De veenarbeiders worden nu textielarbeiders. Zij gaan wonen in het nieuwe woonwijkje van ‘Spanjaardswoningen’ op het Letterveld, dat Spanjaard voor hen bouwt. De woningen staan er nog steeds, aan het Spanjaardsplein en de omliggende straten. Ook komen er werkloze katholieke vissers uit Vollenhove naar Borne. Door de aanleg van de Afsluitdijk (1927-1932) kunnen ze niet meer vissen in het IJsselmeer. Hun oude pastoor Elskamp heeft hen op het idee gebracht. Hij is pastoor van de Stephanuskerk in Borne en bemiddelt voor hen met Spanjaard.

Slechte arbeidsvoorwaarden

De arbeiders krijgen niet goed betaald bij Spanjaard. Daarom staken ze regelmatig. Dat zegt wel iets, want Twentse arbeiders zijn nogal volgzaam van aard. Ze komen niet gauw in opstand tegen mensen “die boven hen zijn gesteld”, zoals ze eerbiedig zeggen. Staken geeft veel ellende, want stakers komen er niet in bij de andere textielbedrijven. Dat hebben de ‘textielbaronnen’ samen afgesproken. Toch is er in 1903 is er een staking bij Spanjaard. Dan heeft directeur Jacob II Spanjaard het aan de stok met de spoelsters van de spinmachines. Zij moeten in de fabriek vaak wachten op werk. Dan hebben ze niets te doen en krijgen ze ook niet betaald. De spoelsters zijn dat beu en willen doorbetaald krijgen, als ze buiten hun schuld moeten wachten. Als hun protesten niet helpen, leggen ze het werk neer. Zoals meestal in zo’n geval, treedt de directie hard op: alle spoelsters worden ontslagen. Omdat Spanjaard spoelsters nodig heeft, zet het bedrijf  advertenties in de kranten. Maar daar komt niemand op af. Spanjaard is nu wel gedwongen de ontslagen spoelsters weer in dienst te nemen.

Een staking die zes maanden duurt

Na de Eerste Wereldoorlog is er veel behoefte aan allerlei soorten textiel, ook in het buitenland. De textielarbeiders werken hard om een zo hoog mogelijke productie te halen. Spanjaard maakt heel veel winst. Toch blijven de lonen laag, ook als je ze vergelijkt met andere Twentse textielbedrijven. In 1920 komt er een wet die bepaalt dat een werkdag voortaan 8 uur duurt. Maar voor de Twentse fabrikanten wordt een uitzondering gemaakt. Hun personeel moeten elke dag 8½ uur werken. Bovendien verlagen zij ook nog de lonen met 10 procent. Ook bij Spanjaard gebeurt dit. De protesten van het personeel halen niets uit. Dit leidt eind 1923 tot stakingen die zes maanden duren. 22.000 Arbeiders in Twente en de Achterhoek doen eraan mee. De fabrikanten sluiten al hun 39 bedrijven, zodat niemand ergens anders aan het werk kan. Geen werk betekent: geen loon. De ellende is groot en uiteindelijk moeten de textielarbeiders wel akkoord gaan met de verlaging van de lonen.

 

18-6 -plaatje_86_ Spanjaard - De Uitsluiting te Borne Gloerich.JPG
Plaatje 86. In 1903 breekt bij Spanjaard een grote staking uit. De Twentse fabrikanten
hebben samen afgesproken dat ze geen stakers in dienst nemen. Stakers worden
'uitgesloten'. De uitsluiting is het onderwerp van een spotprent in een landelijk dagblad.

 

 

Tweede Wereldoorlog

De familie Spanjaard is joods. In de Tweede Wereldoorlog pikken de Duitsers hun bedrijf in en veranderen de naam in Westland. Ze arresteren directeur Johan Spanjaard (1907-1941). Hij en zijn achterneef Dirk Spanjaard (1911-1941) zijn de eerste Bornse joden die worden gedeporteerd. Johan overlijdt korte tijd later in het concentratiekamp Mauthausen. Directeur Isaäc Spanjaard (1876-1944) overlijdt op zijn onderduikadres aan de Oude Hengeloseweg. Hij is stiekem in de achtertuin begraven. Leo Spanjaard (1896-1945) overlijdt kort na de bevrijding. Alleen Karel Spanjaard (1876-1960) komt redelijk gezond van zijn onderduikadres terug.

Neergang en einde

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er bijna niet aan textiel te komen. Na de oorlog moeten de textielarbeiders dus hard werken om de achterstand in te halen. Het gaat dan weer heel goed bij Spanjaard. In de hoogtijdagen na de oorlog werken er meer dan 2.000 mensen. Zij maken beroemde kwaliteitsproducten als Cinderella en Rheumanella lakens, katoenen Teddy luiers en Kenmore overhemden. Maar na die opleving gaat het snel bergafwaarts met de gehele textielindustrie in Nederland. Het werk verdwijnt naar de landen met lage lonen, zoals Portugal en Polen. Spanjaard kan niet langer zelfstandig blijven. In 1961 wordt Spanjaard overgenomen door het textielbedrijf Nijverdal-Ten Cate. In 1971 wordt Spanjaard na meer dan 120 jaar gedwongen de fabriekspoorten te sluiten.

 

18-5 - plaatje_87_HG28-05  Luchtfoto Spanjaard 1921 - Henk ten Thije.jpg
Plaatje 87. Luchtfoto van textielfabriek Spanjaard in 1921. Er is net een sneeuwbuitje gevallen. Je kunt hier zien
hoe groot de fabriek toen al was. De fabriek is later zelfs nog enkele keren uitgebreid.
Er werkten ooit 2.000 mensen

 

 

Mooie huizen

Dat de Spanjaards welvarend waren, kun je nog steeds zien aan de mooie huizen die ze lieten bouwen. Daarvan zijn er nog drie over in Borne. Het oudste is het dubbele Spanjaardshuis, aan de Grotestraat 120-122, dat Levie Spanjaard in 1865 laat bouwen. De villa Elisabeth van zijn zoon Albert uit 1895, aan de Grotestraat 167, is een van de meest opvallende huizen van Borne. Het was van 1930 tot 1987 het gemeentehuis van Borne. Nu is er een restaurant gevestigd. Het grote Witte Huis uit 1865, aan de Grotestraat 262, was in 1873 het geboortehuis van de ‘god van Borne’, Jacob II Spanjaard.

Een nieuwe woonwijk

Van het trotse bedrijf is nu alleen nog maar een deel van het statige kantoorgebouw aan de Stationsstraat over. Eens stonden de fabrieksgebouwen op een terrein van wel 7 hectare tussen de Stationsstraat, de Parallelweg, de Azelosestraat en de Grotestraat. Daar zie je niets meer van: alle gebouwen zijn gesloopt. Nu is daar een mooie nieuwe woonwijk. Een aantal straten is genoemd naar Bornse mensen die in de Tweede Wereldoorlog hebben meegewerkt aan het verzet tegen de bezetter. Andere straten dragen de namen van Bornse mensen die bekend zijn als uitvinder of industrieel. Eén van die straten, de S.J. Spanjaardstraat, herinnert aan de joodse jongeman die meer dan tweehonderd jaar geleden zijn geluk zocht – en vond bij zijn Saartje – in het onbeduidende plaatsje Borne.

De laatste steen…

In Borne was iedereen vertrouwd met het beeld van de enorme fabriek van Spanjaard die hoog boven het dorp uit rees. De schoorsteen was zelfs hoger dan de toren van de Stephanuskerk. Zo liet de ‘god van Borne’, Jacob Spanjaard, aan de pastoor zien wie het in Borne voor het zeggen heeft. Werken bij Spanjaard was niet voor iedereen rozengeur en maneschijn. Toch was de afbraak van de fabriek voor veel mensen een schok. De Bornse dichter Lejo van Kuijeren schreef in 1998 het volgende gedichtje over de afbraak van de fabriek:

De laatste steen

De kogel beukt                        Straks zal men zeggen:
door de lege fabriek               “Kijk daar stond eens
het laatste restje                    Spanjaards bolwerk.
“romantiek”                             Een koninkrijk dat
wordt neergehaald                 niet meer is…”
met brute kracht.                   De tand des tijds
                                                  vrat een gemis…

                                
                    Wie had dat destijds
                    kunnen denken.
                    
                    
Wat zou de dichter bedoelen met “De tand des tijds vrat een
gemis…”?

 

Op het kaartje van Borne zijn de plaatsen van de familie Spanjaard aangegeven: de eerste weverij aan de Aanslagsweg met 19a, de fabriek aan de Oude Almeloseweg met 24a, de grote fabriek bij het spoor met 19b, het Spanjaardshuis met 19c, Villa Elisabeth met 19d, het Witte Huis met 19e en de arbeiderswoningen aan het Spanjaardsplein met 26a.  

 

groot 08-Burgers en stoommachines-Industrialisatie en 19e eeuw - 1800-1900.jpg

Industrialisatie / 1800-1900

 

Auteur:Hans Gloerich
Trefwoorden:Industrialisatie / 1800-1900, Borne bij de tijd, Schoolcanon
Personen:Spanjaard,Karel, Spanjaard,Albert, Kuijeren,van Lejo, Spanjaard,Salomon Jacob , Gelder, van Sara David, Spanjaard,Jacob, Spanjaard,Levie, Spanjaard,Jacob II , Elskamp,pastoor , Spanjaard,Johan, Spanjaard,Dirk, Spanjaard,Leo
Thema's:Borne bij de tijd-----Schoolcanon

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.