image/svg+xml

Verhaal 15 Heisa om de zusjes Hesselink-----Religieuze onverdraagzaamheid (1774-1778)

Verhaal

Verhaal 15 Heisa om de zusjes Hesselink-----Religieuze onverdraagzaamheid (1774-1778)

Plaatje bij verhaal: 15-4 - plaatje_66a_HG23-3 Zenderen luchtfoto Erve Hesselink.jpg

Verhaal 15 Heisa om de zusjes Hesselink-----Religieuze onverdraagzaamheid (1774-1778)

Hierboven plaatje 66a. Dit is de boerderij waar de zusjes Hesselink in de 18de eeuw woonden, aan het eind van de Prins Bernhardlaan in Borne.

Onverdraagzaam tegen mensen met een ander geloof

Er zijn altijd mensen die zich bemoeien met het geloof van anderen. Vooral wanneer die een ander geloof of een andere overtuiging hebben dan zijzelf. Bijvoorbeeld als die ander moslim is of joods of hindoe of atheïst. Als mensen een ander geloof hebben, mogen ze dat van hen niet in het openbaar laten zien. Ze mogen bijvoorbeeld geen hoofddoekje dragen, geen keppeltje of een ander kledingstuk dat bij hun geloof hoort. Ook aan de gebouwen waar zij bijeen komen mag je daarvan niets zien of horen aan de buitenkant. Of het nu een kerk, een moskee, een synagoge of een tempel is. Zulke mensen noemen we onverdraagzaam.

Ook vroeger al

Dat was vroeger ook al zo. Daar zijn veel voorbeelden van. Meestal loopt dat niet goed af. In de Tweede Wereldoorlog zijn het vooral de joden die hiervan slachtoffers zijn. Zes miljoen joodse mensen zijn toen vermoord, alleen omdat ze joods waren. In de zestiende eeuw veroordeelt de rooms-katholieke kerk de protestanten als ketters. De kerk veroordeelt veel protestanten ter dood. Ze worden levend verbrand. Een tijd later komen de protestanten in ons land aan de macht. Nu zijn de rollen omgekeerd. De protestanten willen geen katholieken in het bestuur van het land, de provincies, de steden en de dorpen. Alleen omdat ze katholiek zijn.

Hoe was dat in Borne?

Zo erg was het in Borne allemaal niet. Maar ook Borne heeft zijn voorbeeld van onverdraagzaamheid. Rond 1775 is de drost van Twente hier de hoogste baas. Zijn naam is graaf Sigismund van Heiden Hompesch. Hij is zelf hervormd en maakt het de katholieken moeilijk.

 

15-1 - plaatje_66b_Dagboekje pastoor Lammering - Annemie Mulders.jpg
Plaatje 66b. Pastoor Hendrik Lammering heeft de geschiedenis van de zusjes Hesselink opgeschreven in een dagboekje.
 Zo weten we wat er met hen gebeurd is. Hij gebruikte het boekje ook voor aantekeningen over dopen en begrafenissen.
Dat zijn de regels die hij met potlood schreef. De opmerking op het rechter blad onderaan is heel bijzonder. De pastoor
schrijft daar, dat mensen in Borne in 1778 zelf tabak zijn gaan verbouwen, omdat de tabak uit het buitenland nu
onbetaalbaar is. De tabak is in korte tijd vier keer zo duur geworden.

 

Het gezin Hesselink

In die tijd woont in Borne het gezin van Jan Hesselink en zijn vrouw Aleida Elhorst. Ze wonen in een boerderij aan het eind van de Prins Bernhardlaan. Jan Hesselink is hervormd, zijn vrouw Aleida katholiek. Hun drie dochters worden hervormd opgevoed. Dat gaat goed, totdat hun vader in 1774 overlijdt. De zusjes besluiten dan over te gaan naar de kerk van hun moeder. Ze willen ook katholiek worden. De drost hoort ervan en wil daar een stokje voor steken. Hij laat de meisjes bij hun moeder weghalen en onderbrengen bij twee hervormde pleeggezinnen in Borne en Delden.

Vlucht naar het Munsterland

De Bornse katholieken zijn verontwaardigd. Sommigen maken een hoop lawaai en gooien ’s avonds de ruiten in bij het pleeggezin. De drost grijpt in en laat de katholieke kerk van Borne sluiten. Die staat niet in Borne. Het is een eenvoudige boerenschuur op de Kolk in Hertme. De zusjes Hesselink zijn bang dat hun iets overkomt. Ze vluchten samen de grens over naar Munsterland. In die streek in Duitsland regeert de bisschop van Munster. Bijna alle mensen zijn daar katholiek. De meisjes zijn er veilig voor de drost. Die is woedend dat de meisjes zijn gevlucht. Hij laat nu ook de kerk van Delden sluiten.

De kerken moeten dicht blijven

De kerken van Borne en Delden blijven dicht totdat de zusjes naar Borne zijn teruggekeerd, beveelt de drost. Als hij hoort dat één van de zusjes uit het Deldense pleeggezin in Munsterland is overleden, mag de kerk van Delden weer open. Ook het bestuur van de provincie Overijssel bemoeit zich er mee. De twee andere zusjes, Anna en Geertruida, moeten voor het eind van het jaar in Borne terug zijn. Anders wordt de pastoor van Borne, Gerard Hommels, en ook andere Twentse priesters ontslagen.

Pastoor Hommels krijgt de schuld

Maar de meisjes komen niet terug. Pastoor Hommels krijgt de schuld. De drost ontslaat hem en benoemt in zijn plaats de Deldense kapelaan Hendrik Lammering. Als Anna en Geertruida in maart 1775 nog steeds niet terug zijn, ontslaat de drost ook pastoor Lammering. De kerken van Borne en Delden moeten dicht. Moeder Hesselink maakt zich grote zorgen. Ze gaat met twee flinke mannen op reis naar Munsterland om haar dochters terug te halen. De meisjes hebben hun moeder erg gemist. Ze gaan met haar mee terug naar huis in Borne. De katholieken mogen nu hun kerken weer gebruiken.

Dienstmeisjes bij de drost

Maar Anna en Geertruida mogen van de drost niet thuis bij hun moeder wonen. Ze moeten naar een tante in Zenderen. Daar worden ze hervormd opgevoed en ze moeten naar de hervormde kerk. In oktober 1775 vindt de drost Anna en Geertruid oud genoeg om als dienstmeisje te gaan werken. De oudste zus is dan 22 jaar, de jongste 16 jaar oud. Maar ze mogen niet gaan werken waar ze willen. De drost neemt hen zelf als dienstmeisje in huis op zijn kasteel in Ootmarsum. Het lijkt wel of ze daar gevangen zitten.

 

15-3 - plaatje_67_HG23-2 Huis te Ootmarsum woonhuis drost Hobbema 300 dpi.jpg
Plaatje 67. Het kasteel Huis Ootmarsum. Hier woonde de drost van Twente, Van Heiden Hompesch, waar de
zusjes Hesselink als dienstmeisje moesten werken. Het is hier te zien op een schilderij van Meindert Hobbema
uit 1670. Het huis is afgebroken in de eerste helft van de 19de eeuw. Deskundigen zeggen dat de schilder wel
erg veel fantasie had.

 

Weer naar Munsterland

Meer dan een jaar lang gaat het goed. Tot Anna en Geertruid weten te ontsnappen, midden in de nacht van 30 december 1777. Het is een strenge winter. Ze hebben gezien dat het ijs op de slotgracht rondom het kasteel sterk genoeg is. Ze pakken snel wat kleren en eten bij elkaar. Voorzichtig lopen ze in het donker over het ijs naar de overkant. Ze zijn vrij! Na een lange voettocht komen ze weer aan in Munsterland. Ze weten dat ze daar welkom zijn.

De drost is woedend

De volgende ochtend ontdekt de drost de verdwijning van zijn dienstmeisjes. De baas van Twente is woedend. Hij dreigt de kerken van Borne en Ootmarsum te sluiten, als de zusjes niet binnen één week terug zijn. En hij stuurt een knecht naar Duitsland om hen te zoeken. Die vindt Anna in het plaatsje Alstätte en Geertruid in Ahaus. Maar ze weigeren mee terug te gaan naar het kasteel in Ootmarsum. Dan voert de drost zijn dreigement uit. Op 19 januari 1778 laat hij de kerken van Ootmarsum en Borne sluiten.

De bisschop van Munster

De beide pastoors zijn bang dat hun kerken lange tijd gesloten blijven. Hun gelovigen kunnen dan niet naar de kerk om de kerkdiensten bij te wonen. Daarom schrijven ze samen een brief naar de bisschop van Munster. Ze vragen hem om ervoor te zorgen dat Anna en Geertruid naar Ootmarsum worden teruggebracht. En als het moet, zelfs met dwang. De drost heeft de pastoors gezegd, dat de meisjes geen straf krijgen als ze terug zijn. Ook niet als ze katholiek willen blijven. De drost zit blijkbaar toch in zijn maag met de geschiedenis. Maar de bisschop wijst het  verzoek om de meisjes terug te sturen af. Hij vindt dat de meisjes oud en verstandig genoeg zijn om zelf te beslissen wat ze willen.

Hoe moet dat nu met Pasen?

De pastoors schrijven nu een brief aan het hoogste bestuur van de provincie. Maar ze krijgen als antwoord dat de vluchtelingen eerst terug moeten komen. De kerken blijven nog steeds gesloten. De katholieken van Borne en Ootmarsum maken zich grote zorgen. Over enkele weken al is het Pasen. Dat is het belangrijkste feest van het jaar. Ze zijn bang dat ze dan niet naar de kerk kunnen. Hoe moet dat nu?

 

15-2 - plaatje_68_Plaatje Jezus.jpg
Plaatje 68. Een vroom plaatje van Jezus die bij iemand aanklopt.
Boven hem staat het Latijnse woord PAX. Dat betekent ‘vrede’,
maar daar had de drost van Twente geen boodschap aan.

 

Een goede afloop

We weten niet precies hoe het verder is gegaan. Er zijn twee verschillende verhalen over. Pastoor Lammering schrijft in zijn dagboek dat het provinciebestuur een priester naar Duitsland heeft gestuurd om Anna en Geertruid op te halen. Ze gaan met hem mee, omdat hij belooft dat ze hun eigen geloof mogen kiezen. Volgens een andere schrijver heeft de ambassadeur van Oostenrijk er met de regering in Den Haag over gesproken. Hoe dan ook, een week voor Pasen in 1778 mogen de kerken na bijna drie maanden eindelijk weer open. Nog nooit hebben de katholieken van Borne en Ootmarsum met Pasen hun herrezen Heer zo luidkeels gedankt en geprezen.

Pastoor Hommels gaat met pensioen

Pastoor Hommels trekt zich terug in zijn woonhuis achter het erve Bartelink in Hertme en overlijdt daar in 1790. Hij heeft dit huis met een eigen kapel laten bouwen in 1763. De huiskapel is later afgebroken. Op deze plek is het zogenaamde Juffershuis gebouwd. Dat is er nu nog steeds.

Pastoor Lammering krijgt een kerk

Hendrik Lammering volgt pastoor Hommels op. Hij is pastoor van Borne, maar hij woont op de Kolk in Hertme en daar is ook zijn schuurkerk. In 1785 krijgt hij van de drost toestemming om een nieuwe kerk te bouwen in Borne. Zijn pastorie is het huis Koppelsbrink 30. De kerk stond er naast, waar nu een grote tuin is. De kerk is afgebroken in 1889. Een jaar eerder is de nieuwe Stephanus aan de Stationsstraat in gebruik genomen. In 1801 krijgt ook Hertme een echte kerk.

 

15- 5 - plaatje_69_juffershuis-of-'t-hommers.jpg
Plaatje 69. In dit huis woonde pastoor Hommels van Borne tot zijn dood in 1790. Het huis wordt het Juffershuis
genoemd. Het staat bij het erve Bartelink in Hertme.

 

 

Op het kaartje van Borne is de plaats van de boerderij Hesselink aangegeven met 15a. Op het kaartje van Zenderen / Hertme  onder dat van Borne is het Juffershuis bij het erve Bartelink aangegeven met 15b.

 

groot 07-Pruiken en revoluties-Eeuw vd Verlichting 18e eeuw - 1700-1800.jpg

Verlichtingseeuw / 1700-1800

 

Auteur:Hans Gloerich
Trefwoorden:Verlichtingseeuw / 1700-1800, Borne bij de tijd, Schoolcanon
Personen:Heiden Hompesch,van Sigismund, Hesselink,Jan, Elhorst,Aleida, Hommels,Gerard, Lammering,Hendrik , Hesselink,Anna, Hesselink,Geertruida
Thema's:Borne bij de tijd-----Schoolcanon

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.