Verhaal 09 Het hart van Borne-----De Oude Kerk (1420)
Verhaal 09 Het hart van Borne-----De Oude Kerk (1420)
- Geplaatst door
Verhaal 09 Het hart van Borne-----De Oude Kerk (1420)
Hierboven Afb. 37. In het jaar 35 is Stephanus in Jeruzalem ter dood veroordeeld. Hij wordt met stenen bekogeld tot hij dood is.
Twee torenspitsen
Vanuit de verte rijzen twee torenspitsen boven Borne uit. Ze horen bij twee kerken die allebei zijn gewijd aan de heilige Stephanus. De ene spits is wat slanker dan de andere. De slanke is van de katholieke kerk aan de Stationsstraat uit 1888. De andere toren hoort bij de protestantse Oude Kerk aan de Pellenhof die vier eeuwen ouder is.
Stephanus
In Jerusalem hebben de apostelen zeven helpers of diakens aangesteld om de aalmoezen eerlijk te verdelen onder de armen. Stephanus of Steven is één van hen. Kort na de kruisiging van Jezus wordt Stephanus gearresteerd. Hij heeft gezegd, dat de hogepriester en het bestuur van de tempel de dood van Jezus aan het kruis op hun geweten hebben. Stephanus wordt veroordeeld krijgt de doodstraf. Hij wordt vastgebonden en bekogeld met stenen. Hij gaat dood en wordt zo de allereerste martelaar van het christendom. Daarom zijn er in de eerste tijd van het christendom veel kerken naar hem genoemd.
Zendelingen uit Ierland en Engeland
Rond 690 steekt de priester Willibrord met een groepje Ierse en Engelse monniken over naar het vaste land. Zij bekeren veel mensen tot het christelijke geloof. Een Ierse zendeling sticht rond het jaar 750 een klooster in Odiliënberg bij Roermond (Limburg). Monniken van dit klooster brengen het christendom in de jaren 760 en 770 in Twente. De bewoners van Twente kunnen de buitenlandse monniken goed verstaan, want hun talen lijken dan nog veel op elkaar. Een van hen (misschien is het Pleghelm) laat rond 775 in Oldenzaal het eerste kerkje in Twente bouwen. De geestelijken van Oldenzaal zorgen ervoor, dat ook op andere plaatsen in Twente kerken worden gebouwd. Vanwege zijn zendingswerk is Pleghelm na zijn dood heilig verklaard. In het Latijn is zijn naam Plechelmus. Hij is erg geliefd bij zijn Twentse gelovigen. In 954 wordt het kerkje van Oldenzaal herbouwd. Bisschop Balderik van Utrecht maakt Plechelmus tot patroonheilige van de nieuwe kerk. De kerk heet nu de Sint Plechelmuskerk.
Het eerste kerkje in Borne
Geschiedkundigen zeggen dat het eerste kerkje van Borne misschien al is gebouwd tussen 775 en 954, kort nadat Oldenzaal zijn eerste kerk kreeg. De kerk van Borne wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1206. We weten niet of het een gebouw van hout of van steen was. Het kerkje had geen toren, maar een kleine dakruiter voor de kerkklok. Een dakruiter is een klein torentje op het dak, voor het kerkklokje. In een oud markenboek van Woolde is in de tweede helft van de 15de eeuw opgeschreven, dat de dakruiter van het kerkje van Borne naar Hengelo is gegaan. Daar heeft het torentje een plaats gekregen op een kapel bij de havezate van Hengelo. Het torentje is daar naar toe gebracht op twee lange wagens, zegt het markenboek. Aan de oostkant van het kerkje (aan de kant van de Brinkstraat) was een uitbouw voor het koor. Het ‘koor’ is de plaats waar het altaar staat. Dit is het heiligste deel van de kerk, waar de priester voorgaat in de erediensten. Het grootste deel van de kerk, waar de kerkgangers bijeenkomen, heet het ‘schip’ van de kerk.
De heer van Weleveld
Van 1387 tot 1426 is Otto III de heer van de havezate Weleveld. Hij is een leenman van de bisschop en dus ook zijn plaatsvervanger. Dat geeft heer Otto een belangrijke stem in het bestuur van ‘zijn’ kerk in Borne. Hij is een machtig en vermogend man. Zijn oude kerkje vindt hij eigenlijk te klein en armoedig. Het heeft niet eens een echte toren. Daarom wil hij een mooie en grote nieuwe kerk bouwen op de plaats van de oude. Met een flinke toren. Het spreekt vanzelf dat het Otto een flinke duit zal kosten.
De Zwarte Dood
Het oude kerkje was niet te klein geworden. Er is meer dan genoeg plaats voor alle kerkgangers. Nog geen honderd jaar eerder zijn er veel mensen gestorven aan de pest. Deze besmettelijke ziekte wordt de Zwarte Dood genoemd. Tussen 1347 en 1351 is een derde deel van alle mensen in Europa eraan doodgegaan. Hoeveel mensen er in Borne zijn gestorven, weten we niet. Maar het moeten er heel veel zijn geweest. In de tijd van Otto III zijn er nog steeds minder mensen in Borne dan vóór de ramp. Voor hen is het kleine kerkje nog steeds groot genoeg.
Een slim bouwplan
Rond 1420 geeft Otto van Weleveld opdracht met de bouw van zijn grote kerk te beginnen. Het wordt een katholieke kerk, want het katholicisme is dan nog de enige godsdienst. Tijdens de bouw van de nieuwe kerk moeten de diensten in het oude kerkje zo lang mogelijk door kunnen gaan. Daarom heeft de bouwmeester een slim plan bedacht: hij bouwt de nieuwe kerk om de oude heen. Dat kan heel goed, omdat de nieuwe kerk breder en hoger wordt. Het oude kerkje wordt pas helemaal afgebroken als de nieuwe kerk kan worden gebruikt. Hoe dat is gegaan, kun je op de vier tekeningen zien.
Eerst een stuk van de toren
De bouwmeester begint met de toren. Eerst moeten er genoeg bakstenen zijn. In die tijd zijn er nog geen steenfabrieken. De stenen moeten speciaal voor de kerk worden gebakken in veldovens. Dat is geen probleem: er zit genoeg goede klei in de grond bij Borne. Maar het bakken van zoveel stenen kost veel tijd. De toren krijgt hele dikke muren: ze zijn tussen 265 cm en 360 cm dik. Na een jaar of zes metselen is de toren nog maar 9 meter hoog. De metselaars stoppen dan voorlopig met de toren en beginnen nu aan het nieuwe koor, aan de andere kant van het oude kerkje. Dat nieuwe koor wordt om het oude heen gebouwd. Na 10 jaar is het koor klaar. Het bouwen van de toren en het koor duurt erg lang. Moesten de metselaars telkens wachten tot er weer genoeg stenen waren gebakken?
Johan II van Weleveld wil een grotere kerk
Nog vóór het dak op het koor staat, begint ook de bouw van het nieuwe schip. Otto III van Weleveld is dan al overleden. Hij wilde een kerk bouwen met een schip dat even breed is als het koor. Zo krijg je één ruimte (één ‘beuk’ zegt een architect) en zijn er geen dure pilaren van Bentheimer zandsteen nodig. Dan krijgt Weleveld een nieuwe heer. Het is Johan II van Weleveld die zijn overleden vader Otto in 1426 opvolgt. Johan is een belangrijk persoon. Hij wordt de drost van Twente en heel machtig en rijk. Om dat aan iedereen te laten zien, wil hij dat het nieuwe schip nog breder wordt dan zijn vader van plan was. De metselaars waren daar al mee begonnen, maar Johan laat het werk stoppen. Ze moeten opnieuw beginnen en een breder schip bouwen. Dat wordt dan zó breed, dat er in het midden twee pilaren moet komen om de gewelven te dragen. De pilaren komen midden in de kerk. Het schip krijgt dan twee ‘beuken’, een linker en een rechter beuk. Rond 1445 is het klaar en staat ook het dak erop. Het schip van het oude kerkje kan nu worden afgebroken. In die tijd is Jacob Hilbink de pastoor van Borne. Hij kwam misschien uit Albergen.
De toren afbouwen
De toren is dan nog steeds niet af. Daarvan staat al 25 jaar alleen maar een lage bakstenen romp van 9 meter hoog, zonder `torenspits. Het is een raar gezicht, want het dak van het schip steekt wel 7 meter boven de toren uit. Het gat in de muur van het schip aan de kant van de toren moet voorlopig met planken dicht worden gemaakt. Nu wordt ook de toren verder afgebouwd. Johan van Weleveld laat een mooie bronzen klok gieten. Pas als die in de toren is gehesen, kan eindelijk het laatste stuk van de toren worden gemetseld. Tussen 1470 en 1475 wordt ook de houten spits op de toren gebouwd. Van binnen ziet de spits er heel ingewikkeld uit. Het is een wirwar van balken en planken die de spits zo sterk maken, dat zelfs de zwaarste storm hem niet omver kan blazen.De hele toren is bijna 50 meter hoog, de helft daarvan is de houten spits. Hoe zouden ze toch die enorme spits op de toren hebben gekregen? Is hij op de grond in elkaar gezet en daarna in zijn geheel op de toren gehesen? Of is hij boven op de toren, balk voor balk, in elkaar getimmerd? Hoe dan ook, er zijn vast veel mensen naar komen kijken!
De gewelven
Daarna hebben de metselaars de ronde gewelven in de kerk gemetseld. Ze moeten daarbij op hele hoge steigers hebben gestaan. Nu moeten de gewelven en de muren nog worden beschilderd. In 1482 is ook dit werk gereed. Dat kun je zien aan het jaartal dat op één van de gewelven is geschilderd. Het zijn de Romeinse cijfers M CCCC L XXX II. In gewone cijfers is dat 1482. Later is er nog een sacristie aan de kerk gebouwd. Dat is een kamer waarin de priester alles opbergt wat nodig is voor de kerkdiensten. In 1490 is de kerk klaar.
De inwijding
Rond het jaar 1482 is de kerk ingewijd. Na meer dan 60 jaar bouwen is de nieuwe kerk eindelijk klaar! De kerk wordt in gebruik genomen met een plechtige wijding door de bisschop. Hij is na een lange reis uit het verre Utrecht in Borne aangekomen. De kerkwijding is een feestelijke gebeurtenis voor alle mensen in Borne en de wijde omgeving. Al vroeg in de morgen is de kerk stampvol. Niemand wil deze bijzondere gebeurtenis missen. Geduldig wacht iedereen op de bisschop. De kerk is prachtig verlicht met veel dure waskaarsen en is rijk versierd met bloemen en kleurige vaandels. Dan schrijdt een lange stoet langzaam en waardig de kerk binnen door de grote deuren in de toren. We zien de pastoor en zijn kapelaans, de familie Van Weleveld en veel andere hoge personen. Wat dragen ze prachtige kleren! In het midden van de optocht zien we de bisschop in een wijde mantel van goudbrokaat. Zijn mijter steekt boven het gezelschap uit. Hij houdt een gouden schrijn omhoog met de hostie. Het koor heeft prachtige gezangen ingestudeerd. De dirigent heeft een rood hoofd van de zenuwen en het zwaaien van de maat. Er zijn muzikanten met vedels, een schalmei en een draailier. De mensen weten niet wat ze horen! Zo’n bijzondere plechtigheid hebben ze nog nooit meegemaakt. Ze praten er nog heel lang over en vertellen het later aan hun kleinkinderen.
Nog ieder jaar feest!
De verjaardag van de kerkwijding wordt elk jaar gevierd met een “kerkmis”. Dat is een plechtige dienst, een mis, in de kerk. Er wordt op die dag ook een grote jaarmarkt gehouden in het dorp. Daar komen veel handelaren op af, overal vandaan. Er zijn allerlei vermakelijkheden voor jong en oud. Wij kennen de “kerkmis” nu als “kermis”. Eeuwenlang is de Bornse kermis gevierd in september of oktober. Was de inwijding van de Oude Kerk in de maand september of oktober?
Op het kaartje van Borne is de plaats van de Oude Kerk aangegeven met de letter A.
Middeleeuwen / 1000-1500
Auteur: | Hans Gloerich |
Trefwoorden: | Middeleeuwen / 1000-1500, Borne bij de tijd, Schoolcanon |
Personen: | Weleveld, van Otto III , Weleveld ,van Johan II, Willibrord, Ierse priester, Plechelmus, Balderik, bisschop van Utrecht, Stephanus, patroonheilige Bornse kerken |
Thema's: | Borne bij de tijd-----Schoolcanon |