image/svg+xml

Meester G.H te Velthuis. Onderwijzer te Borne

Verhaal

Meester G.H te Velthuis. Onderwijzer te Borne

Plaatje bij verhaal: pg_0037_meester_0.png

De openbare lagere school te Bome was in de 19° eeuw gevestigd nabij de Oude Kerk in het centrum van het dorp.

Meester Jordens was daar een gevierd leermeester die naar ieders tevredenheid zijn pupillen les gaf. In het jaar 1858 overleed hij echter. In zijn plaats werd de R.K. meester Wientjes benoemd. Het niet-katholieke deel der bevolking twijfelde echter aan zijn bekwaamheid en zon op maatregelen. Dit had tot resultaat dat er na een jaar een vergadering bijeengeroepen werd van de niet-katholieke burgers, n.l. hervormden, doopsgezinden en joden. Op deze vergadering werd besloten een bijzondere school op te richten. Een commissie van vijf personen ging aan de slag, met de doopsgezinde predikant J. Craandijk als voorzitter en de hervormde predikant W. v.d. Velde als secretaris. Er werden gelden ingezameld om het doel te bereiken. De baron van Twickel werd aangeschreven waarbij in de brief werd duidelijk gemaakt dat de opvolger van meester Jordens onder de maat presteerde en dat als beste oplossing werd gezien: het stichten van een bijzondere school.

Een nieuwe bijzondere school

Het bleek een probleem om de benodigde gelden bijeen te krijgen. Want hoewel de grondwet van 1848 het mogelijk maakte om een bijzondere school te stichten, kon men daarbij niet op steun van de overheid rekenen. De overheid financierde slechts openbare scholen! Gelukkig bleek de baron van Twickel bereid een bedrag van ƒ 400 te schenken voor dit doel. Een gelijk bedrag verkreeg men uit Amsterdam van ene heer H. Salm die met de uit Borne afkomstige mej. M. Stenvers getrouwd bleek te zijn. Verder zegde de Hervormde Kerk een jaarlijkse bijdrage van ƒ 100 toe en de doopsgezinde gemeente gafjaarlijks ƒ 40. Ook Spanjaard zal zich wel niet onbetuigd gelaten hebben. Een veel groter bedrag werd echter door de Bornse bevolking bijeengebracht, zodat het stichten van een bijzondere school in zicht kwam.

Meester te Velthuis wordt benoemd

De commissie had goed rondgekeken naar een nieuwe leerkracht, vooral in de omgeving van Borne. Men vond meester G.H. te Velthuis uit Azelo bereid naar Borne te komen. Deze schoolmeester had een goede naam in de wijde omgeving. Hij werd dan ook benoemd voor een periode van 5 jaar. De voorwaarden komen ons heden wel een beetje vreemd voor maar hij was er kennelijk tevreden mee. Zo ontving hij een jaarsalaris van ƒ 300 en daarnaast ƒ 50 voor zijn huishuur en ƒ 25 voor de verwarming van het schoollokaal! Hij moest zelf voor de leermiddelen zorgen. Daar stond tegenover dat hij per kind nog eens ƒ 2,60 per jaar aan schoolgeld ontving. Verder was hij verplicht aan kinderen van armlastige ouders gratis les te geven.

Daarbij werd wel voor ieder van die kinderen een compensatie voor de leermiddelen gegeven van ƒ 0,60 per jaar. Mocht hij het lesgeven aan zo”n grote groep niet alleen aan kunnen dan moest hij uit eigen middelen een hulponderwijzer nemen, zulks ter beoordeling van het schoolbestuur.

Opening van de nieuwe school

Het werd een eenklassige school die op 18 november 1859 feestelijk werd geopend. De locatie werd gekozen aan de toen nog vrij nieuwe Peppelenlaan, thans Grotestraat, naast het latere fractiegebouwtje. Er waren reeds 125 schoolkinderen ingeschreven! De kinderen kregen bij het openingsfeest Deventer koek en de school kreeg een fraaie landkaart van Nederland van de commissie. De kinderen zongen het lied:

                                         Nog eenmaal klínk'ons dankbaar lied

                                         Uit onbeklemde borst,

                                         Al zijn wij jong, toch klopt ons hart

                                         Voor Vaderland en Vorst;

                                         Wij minnen 't lieve Vaderland,

                                         Den Koning, die 't regeert,

                                         't Gewest, het dorp, en deze school:

                                         't Wordt al door ons geëerd.

Zo volgden nog enkele strofen en daarmee besloot men de feestelijkheden. De gewone schooldagen zouden snel een aanvang nemen.

Drie groepen kinderen in één lokaal

Reeds gemeld is dat de school uit slechts een lokaal bestond. Dit had tot gevolg dat alle kinderen bij elkaar in hetzelfde lokaal les zouden krijgen. Daarom werden ze in drie groepen gesplitst. De groten zaten in de meest linkse rij, de kleinen aan de rechterkant en de middengroep zat er tussen in. Het zal voor te Velthuis een hele toer zijn geweest om al die kinderen rustig bezig te houden. Zoals gezegd stond in zijn contract echter, dat het bestuur hem kon verplichten een hulponderwijzer aan te stellen (voor eigen rekening). Maar te Velthuis heeft bijna zijn hele loopbaan alleen les gegeven. Een prestatie van formaat! Wel heeft hij wel eens een zgn. kwekeling (stagiair) in zijn school gehad. Dat was bijv. Bernard Nieuwenhuys (van Boom's Gait). Deze man werd later onderwijzer in Amsterdam. Ook zijn zoon Willem en ene Hendrik Buysman zijn een tijdje zijn assistent geweest.

In zijn eentje heeft hij echter zeer goed onderwijs gegeven en nog wel aan drie klassen tegelijk! Dit komt ook naar voren uit de nog tot heden toe bekende verhalen over deze legendarische onderwijzer. Wel gaat het verhaal dat als de kinderen het al te bont maakten er een van de oudere leerlingen op een bank gezet werd en met een lei op zijn knieën moest noteren wie de boosdoeners waren...

De kèkeltrientjes werden dan voor straf in de “babbelrij” gezet. Meestal kletsten ze daar vrolijk verder. Dat stopte echter snel als de meester zich er mee ging bemoeien en hen toesprak met: “Mèken, wat bist du oet den aard e-slagen, as ik dan an dien moeder denke, altied vlietig en bedaard...”. Met zo”n toespraak maakte hij indruk en het probleem was snel over.

Uit een andere bron komt het verhaal dat de meester zich erg inspande om de kinderen zuinigheid bij te brengen. Zo hing hij de schoolplaten niet met spijkers op, maar met de halfronde uiteinden van de kroontjespennen! Verder maakte hij zelf, in de “grote vakantie” (die slechts 14 dagen duurde), leeskaarten die hij dan ook zelf van illustraties voorzag. Zo waren er leeskaarten met de nadruk op klinkers, maar ook op medeklinkers. Tevredenheid werd bijgebracht tijdens de zangles met liedjes waarvan de tekst door de meester zelf was geschreven bijv.:

                                        D 'oogst is daar, het wordt vacantie,

                                        O, wat heb ik nu een pret.

                                        Rogge maait men, rogge haalt men,

                                        Vroeg is 't landvolk uit het bed.

                                        Ziet, daar haalt men het hooi nog binnen,

                                        Blij ziet men de wagen gaan.

                                        Kind'ren juub'len, menschenjuichen,

                                        Oogsten hier en oogsten daar.

En zo ging het nog een hele tijd verder. Ook liedjes over andere onderwerpen werden door hem gemaakt, bijv. over de jaargetijden:

                                        De winter komt zijn afscheid brengen,

                                        lk zíe met vreugde de dagen lengen,

                                        De lieve lente nadert weer;

                                        Dit jaargetij maakt U en mij

                                        Verheugd en blij.

Ook de godsdienst kwam rijkelijk aan bod zoals uit dit liedje blijkt:

                                        God vaart op zijn wagen

                                        En de mensch verbleekt,

                                        Als door donderslagen

                                        De eeuwige Almacht spreekt.

Talrijk zijn de onderwerpen die hij in versvorm wist te vangen.

Zo schreef hij over dierenbescherming, de natuur, het Oud- en Nieuwjaar en nog veel meer.

Leermiddelen en vertellen

De leermiddelen waren, zoals gezegd, voor rekening van de onderwijzer. Boekjes werden dan ook gebruikt tot ze van ellende uiteen vielen. Enkele titels van de rekenboekjes zijn Regel van drieën van Boeser-Baudet en Denkt en rekent. Voor lezen waren er de boekjes Rood, wit en blauw, De viooltjes, De kinderen van de buitenman en Wees beleefd.

Niet altijd werden de boekjes gebruikt, de meester begon soms te vertellen, iets wat hij prachtig kon. Het ging dan meestal over episoden uit de vaderlandse geschiedenis. Daarbij had hij wel zo zijn eigen voorkeuren en interpretaties! Zo sprak hij bijv. over het feit dat de Nederlanders braaf en moedig waren maar de Spanjaarden, zoals Philips II en Alva, schurken. Hij kon zo prachtig vertellen dat hij bij de herdenking van de dood van Willem van Oranje op 10 juli 1884 bijna de hele klas aan het snikken kreeg!

Er was ook een avondschool. Daar kon je bijv. een vreemde taal leren. Vrijdagsavonds was het vertelavond. De les was dan van 6-7 uur, maar daarvoor moest wel 10 cent worden betaald. Op zaterdag werd de schooldag altijd besloten met een gezang: Geloofd zij God met diepst ontzag. De meester speelde dan op het kleine orgeltje dat vroeger dienst had gedaan in de doopsgezinde kerk. Verder werd er veel gezongen. Meestal liederen met een bekende melodie waarop de meester een eigen tekst had gemaakt. Het zingen is veel schoolkinderen erg goed bekomen. Ze hadden het voor geen goud Willen missen en er werd later nog veel over die heerlijke uren gepraat.

Eens per jaar, op 18 november, was het extra feestelijk. Het was de stichtingsdag van de school. 's Morgens was het echter wel spannend. Er werd begonnen met een examen. Dan kwamen de schoolbestuurders de resultaten van het afgelopen jaar beoordelen. De meester stelde dan moeilijke vragen en de kinderen voelden zich daarbij niet erg op hun gemak. Maar 's middags was het echt feest. De kinderen kregen warme chocolademelk en krentenbroodjes. Dat waren onvergetelijke uren...

Aan alles komt een einde

Meester te Velthuis begon in Borne in het jaar 1859. Hij hield het vol tot in het jaar 1891, het jaar waarin hij overleed. Velen hebben hem op zijn laatste gang begeleid. Lovende woorden zijn aan zijn graf gesproken over de geliefde en energieke MEESTER. Hij heeft op zijn tijdgenoten een onuitwisbare indruk achtergelaten. Zo sterk zelfs dat nog heden door ouderen onder ons, via overleveringen, met ontzag wordt gesproken over deze bijzondere man die zijn vak zo intens tot zijn levensdoel heeft gemaakt.

*Dit artikel is eerder gepubliceerd in Boorn en Boerschop, oktober 2006.

NB: Ook interessant om te lezen het artikel in de canon van Borne over de markeschool in Zenderen

Trefwoorden:Onderwijs, School, Twickel, Spanjaard, Peppelennlaan, Grotestraat, Christelijke Belangen, Onderwijs Overijssel
Personen:Jordens, Wientjes, Velthuis G.H. te, Craandijk J, Velde W v.d., Nieuwenhuys Bernard, Nieuwenhuys Willem, Buysman Hendrik, Salm H, Stenvers M
Periode:1858-1891
Locatie:Borne
Thema's:'De scholen zijn weer begonnen.' Onderwijs in Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.