image/svg+xml

47. Beschermd dorpsgezicht-----Oud-Borne (1991)

Verhaal

47. Beschermd dorpsgezicht-----Oud-Borne (1991)

Plaatje bij verhaal: 47.1.png

47. Beschermd dorpsgezicht-----Oud-Borne (1991)

Op bovenstaande afbeelding een oud tafereeltje aan de Abraham ten Catestraat. Links de kruidenierswinkel van Doeschot. Rechts de smederij en woning van Leliefeld. De personen zijn v.r.n.l.: de smid G.H. Leliefeld, zijn zwager de wagenmaker W. op de Woerd, zijn vrouw B. Leliefeld-op de Woerd, Toon Annink, de kruidenier Jan Doeschot en zijn vrouw Chrisje Doeschot-Smelt, Groothengel, een dochter van Doeschot, twee kinderen Leliefeld en Hendrik Smit (Pellen Hennik). Het historisch centrum van Borne heeft sinds 1991 het landelijk predikaat ‘Beschermd dorpsgezicht’, dat onder meer bepaalt dat het stratenpatroon niet veranderd mag worden. Het gebied van Oud Borne wordt grofweg begrensd door de Ennekerdijk, Grotestraat, Marktstraat, Koppelsbrink en de rondweg. Het centrum laat zich lezen als een monumentaal boek over de geschiedenis van Borne.

Middeleeuws stratenpatroon
Het predikaat ‘Beschermd dorpsgezicht’ is toegekend, omdat het stratenpatroon sinds de middeleeuwen niet is veranderd. Directe oorzaak daarvoor is het verplaatsen in 1888 van de Sint Stephanuskerk van de Koppelsbrink naar de Grotestraat, hoek Stationsstraat. Daarmee verdween ook de bedrijvigheid uit Oud Borne. De kerkgangers stalden hun paarden bij de herbergen in de nabijheid van de kerk. Na het kerkbezoek ging men de kruidenierswaren inkopen bij de winkels, die ook in die omgeving stonden. Met de verplaatsing van de kerk verhuisden herbergen en kruideniers naar de omgeving van de nieuwe kerk. Daardoor verdween alle activiteit in Oud Borne. Sinds die tijd zijn in die buurt diverse oude panden blijven staan, want sloop voor vernieuwing kwam niet meer voor.

Oude panden
In Oud Borne staan nog diverse panden uit de 17e tot 19e eeuw. Mooie voorbeelden daarvan zijn Het Bussemakerhuis, de voormalige Synagoge, de Doopsgezinde kerk aan de Ennekerdijk, de voormalige herberg De gouden Schaaf aan de Brinkstraat, het Hulshofhuis, notarishuis en schippersherberg ’t Steerntje aan de Marktstraat en aan de Koppelsbrink de oude R.K. pastorie, de Klopjeshuizen en herberg De Bontekoe. Op de Meijershof staan ook nog een aantal oude gebouwen.

 

47.2.png
Voor de dorstigen die vanaf Weerselo in Borne arriveerden
was De Bonte Koe aan de Koppelsbrink het eerste café dat
ze tegenkwamen.
47.3.png
De Koppelsbrink. Links mogelijk de koperslager en kruidenier Theodoor Spekreis
voor zijn winkel. De vrouw met de schort is Hendrika de Meijer-Immerman, wier
echtgenoot  Johannes voor de bakkersen kruidenierswinkel van Antoon Homan staat.
Bij het raam rechts staat een postbode, waarschijnlijk Hek, herkenbaar aan het koperen
plaatje op zijn borst. Verderop zien we nog de woningen van fietsenmaker Meijer,
slager Nathan Lievendag en het Aarmenhoes. Rechts van de pertroleumlantaarn
woonde bakker en kruidenier Gradus Homan waar later de verfwinkel van
Hofstee kwam. Daarachter woonde vrachtrijder Homans Toon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boerendorp
Borne is ontstaan als centrale plek van de marke Zenderen. Boerderij de Meijershof kreeg nog in de 19de eeuw als huisnummer ‘Zenderen 1’. Deze boerderij staat vermeld in een document uit 1206 van het bisdom Utrecht, toen de bisschop de hof en de kerk te Borghende in eigendom kreeg. Borne ontwikkelde zich eeuwenlang als boerendorp, met als agrarische kern de bisschoppelijke Meijershof met 20 hofhorige boerderijen.

Huisindustrie
Vanwege de geringe opbrengst van de boerenbedrijven werd op veel boerderijen gesponnen en geweven. De hofhorige boerderijen mochten niet worden verdeeld onder de boerenzonen, zodat alleen de oudste zoon boer kon worden. De andere zonen werden daarom vaak spinner of huiswever en gingen in het dorp wonen. Rond 1750 werkte nog maar 10% van de Bornse bevolking in de landbouw en 60% in de textielnijverheid. Watertorenstraat 9 heeft nog de naam wevershuisje, genoemd naar een vroegere bewoner. In 1819 reisde Gijsbert Karel van Hogendorp door Overijssel, waarbij hij voor de overheid zijn waarnemingen noteerde op het gebied van nijverheid, handel en land en waterwegen. Van Hogendorp liep van Almelo via Borne naar Hengelo. Over Borne merkte hij op: “Borne is eene gemeente van nabij 2800 zielen, waarvan de kleine helft in de kom van het dorp woont. Alles spint en weeft hier”. De behoefte aan werk leidde ertoe dat tegen 1800 nieuwe industrieën ontstonden die gevestigd werden buiten de oude kern van Borne. Doordat nieuwe arbeiders nodig waren voor deze industrieën, waren ook nieuwe woningen nodig en die werden uiteraard bij de nieuwe bedrijven gebouwd, gevolg: nieuwe wijken. In de jaren 60 brak de gemeente de verkrotte woningen in het oude centrum af, maar hield voor nieuwe woningen vast aan het oude, middeleeuwse stratenpatroon. Oude tijden blijven zo zichtbaar.

Auteur:Martin Thiehatten
Trefwoorden:1950-2000 Televisie en Computer, Oud-Borne (1991), Canon van Borne
Personen:Spekreis,Theodoor, Meijer-Immerman,de Hendrika, Meijer,de Johannes, Homan,Antoon, Lievendag,Nathan, Homan,Gradus, Meijer,, Hofstee,, Hek,postbode, Leliefeld,G.H., Woerd, op de W., Leliefeld-Woerd op de, B., Annink,Toon, Doeschot,Jan, Doeschot-Smelt,Chrisje, Groothengel,, Smit,Hendrik
Thema's:Canon van Borne

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.