image/svg+xml

29. De Markenverdeling-----Ontginning van de woeste gronden (1848)

Verhaal

29. De Markenverdeling-----Ontginning van de woeste gronden (1848)

Plaatje bij verhaal: 29.1.png

29. De Markenverdeling-----Ontginning van de woeste gronden (1848)

Op bovenstaande afbeelding een restant van de woeste gronden in de 21 ste eeuw. Een marke was een genootschap van eigenaren van boerenerven, de zogenoemde gewaarden, die van oudsher gebruiksrechten hadden op de gemeenschappelijke woeste gronden in oostelijk Nederland. De marken ontstonden in de 13de eeuw, toen de bevolkingsdruk zo groot werd, dat er een tekort aan woeste gronden dreigde te ontstaan. Eens waren er 402 marken, waarvan 60 in Twente. Het richterambt Borne telde er twee: de marke Zenderen en Bornerbroek en de marke Hertme. In de loop van de 19de eeuw werden de markengronden verdeeld onder de rechthebbenden.

Woeste gronden
Eind 18de eeuw ontstond de moderne staat die structureel financiële middelen nodig heeft voor zijn beleidsplannen. De geringe opbrengsten van de markengronden, zowel qua productie als grondbelasting, waren een serieuze belemmering voor de nationale welvaart. Eeuwenlang was grootschalige ontginning niet mogelijk, omdat de traditionele akkerbouw niet zonder de woeste gronden kon vanwege de (heide)plaggen die deze leverden voor de bemesting. Innovaties in de landbouw rond 1800, zoals de rijenteelt, introductie van groenbemesting en verbeterde ploegen, verminderden deze afhankelijkheid. De komst van kunstmest aan het einde van de 19de eeuw zou een definitief einde maken aan de plaggenbemesting.

Voortvarende aanpak Koning Willem I
In 1837 bekrachtigde koning Willem I een aantal oudere wetten voor de opheffing van de marken en de verdeling van de markengronden. De in 1832 operationeel geworden grondboekhouding van het kadaster was hiervoor onmisbaar. Tussen 1840 en 1870 werden de meeste marken verdeeld. In 1848 en 1849 gebeurde dit ook met de twee Bornse marken. In 1832 had de gemeente Borne 3.104 inwoners en een oppervlakte van 4.044 ha. Daarvan bezat de marke Zenderen en Bornerbroek 57 procent, de marke Hertme 8 procent. De gemeente bestond toen nog voor 25 à 30 procent uit woeste gronden, voornamelijk heidevelden.

Verdeling marke Zenderen en Bornerbroek
Al aan het eind van 1840 is er een verdelingsplan vastgesteld. Er werden acht verdelingsnormen toegepast die elk een aantal punten (aandelen) opleverden. Eén aandeel was 0,5 ha markengrond waard. Elke volle (gewaarde) boer kreeg 10 aandelen, een halve boer 6, kleine boeren 1 tot 3. Daarnaast leverde elk rund ¼ aandeel op, een bunder bouwland 3, een bunder wei- of hooiland 1½, een bunder bos 1/3 en een bunder gemengde hooi- en bosgrond ½ aandeel. In 1848 was er nog 1.285 hectare markengrond over om te verdelen onder 201 rechthebbenden; dus gemiddeld 7,4 ha per persoon. Maar 163 personen (81%) kregen (veel) minder. De scheve verhouding werd veroorzaakt door een klein aantal belanghebbenden met buitensporig veel rechten. De tien grootsten kregen samen 557 hectare (ruim 43% van het totaal). De koplopers onder hen waren de Bornse jurist en belastingontvanger mr. G.J.O.D. Dikkers met 175 hectare markengrond en de gravin van Wassenaer (Twickel) met 118 hectare. Pas op 27 mei 1848 kon de Bornse notaris Wilmink de verdelingsakte aan het kadaster in Almelo presenteren. De markengrond was verdeeld in ruim 1.100 percelen, een enorme legpuzzel.

De verdeling van de marke Hertme
Het verdelingsplan van de marke Hertme is in augustus 1847 vastgesteld. Omdat Hertme geen gewaarden meer kende, moest hier een andere verdelingsgrondslag worden gekozen. Elk huisadres in de marke kreeg 1 hectare in het toen nog niet ontgonnen Withagsveld bij de Piepersveldweg. Daarnaast kreeg men voor elk rund 0,4 hectare. De rest werd evenredig verdeeld naar rato van ieders bezit aan bouw- en tuingronden. Groen- en bosgronden telden mee voor een kwart van de bouwgronden. In 1847 was er nog 288 hectare over te verdelen onder circa 80 rechthebbenden; gemiddeld 3,6 ha per gerechtigde. De Hervormde gemeente van Borne kreeg daarvan 11,8 hectare. Zo kwam er in Borne een einde aan de eeuwenoude markenorganisatie.

29.2.png
Twee maal het gebied tussen Hertme, Albergen, Reutum, Weerselo en Gammelke;links  in 1843,
rechts in 1943. In een eeuw tijd zijn de uitgestrekte heidevelden (het paars) bijna geheel verdwenen.
Hier en daar zijn bossen aangeplant. De ontginningen zijn begonnen na de verdeling van de
markengronden vanaf ongeveer 1850.

 

Een ander landschap
De ontginning van de woeste werd grootscheeps aangepakt en duurde tot ver in de 20ste eeuw. In rap tempo werden overal nieuwe wegen en waterleidingen aangelegd, nieuwe boerenbedrijven gesticht en huizen gebouwd. Het middeleeuwse Twentse landschap dat tot ca. 1850 heeft bestaan, is daardoor onvoorstelbaar veranderd.

Auteur:Hans Gloerich
Trefwoorden:1800-1900 Industrialisatie, Ontginning van de woeste gronden (1848), Canon van Borne
Personen:Dikkers,G.J.O.D., Wassenaer (Twickel), van gravin, Wilmink, notaris
Thema's:Canon van Borne

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.