image/svg+xml

26. Het Brouwershuisje-----Bornse bierbrouwerijen (1823)

Verhaal

26. Het Brouwershuisje-----Bornse bierbrouwerijen (1823)

Plaatje bij verhaal: 26.1.png

26. Het Brouwershuisje-----Bornse bierbrouwerijen (1823)

Op bovenstaande afbeelding de Bekenhorst in Borne, vermoedelijk omstreeks 1901, gezien in de richting van de Marktstraat. Links het pand van klompenmaker Kwast. Achter de bomen het pand van zeepzieder Rierink. Rechts de boerderij van Willem Hendrik Knuif en daarnaast de brouwerij van Meijling, goed te herkennen aan de forse schoorsteen. In de Middeleeuwen was bier een onmisbare drank. Mensen dronken naar schatting gemiddeld 400 liter bier per jaar! Niet in de eerste plaats vanwege de smaak, maar ook vanwege de gezondheid. Omdat door onwetendheid mestvaalten naast waterputten lagen, was drinkwater vaak verontreinigd en besmet, waardoor de kans op ziekte groot was. Bier kon men veilig drinken, omdat het tijdens het brouwen werd gekookt en de bacteriën dus werden gedood.

Bierbrouwende huisvrouwen
In vroeger tijden gebruikte men nog geen hop als conserveringsmiddel en smaakmaker, maar gruit. Gruit is een kruidenmengsel met vooral gagel en rozemarijn en verder onder meer duizendblad, laurierbessen en salie. Op gruit werd accijns geheven, maar toen men overging naar hop, werd door de overheid bieraccijns ingevoerd, om de inkomsten veilig te stellen. Bier brouwen was één van de taken van de huisvrouw. Naast brood bakken en wassen, brouwde zij voor het gezin een stevig potje bier. Om in hun levensonderhoud te voorzien, brouwden ook kloosterlingen verschillende bieren.

In Borne werd al vele jaren bier gebrouwen
In Borne werd het bier niet alleen genuttigd, het werd er al vele jaren gebrouwen. In het Bornse Vuurstedenregister van 1675 worden enkele personen genoemd, die bier in ketels brouwden. Dat waren Werners, Bertelink, Geerdink en de Hofmeijer. In 1682 wordt Jan Steffen ten Cate genoemd, in 1700 Herman Mulder in De Zwaan, een herberg annex brouwerij. In het jaar 1767 telde Borne 8 bierbrouwerijen, terwijl er 211 gezinnen woonden. In de jaren 1843 tot 1880 werden 1 à 2 bierbrouwerijen vermeld in de Bornse gemeenteverslagen.

Samenstelling bier
De Bornse brouwerijen gebruikten als grondstoffen mout (gekiemde en daarna geroosterde gerst), hop, gist en water. Gerst werd eerst in eigen streek verbouwd en later aangevoerd uit Zeeland en Groningen. Hop, een kruidachtige klimplant uit de hennepfamilie, werd geplukt in de omgeving van Borne en werd geleverd door speciale kwekerijen in Duitsland en Engeland. Gist werd eerst uit de natuur gehaald, totdat speciaal gekweekt cultuurgist werd gebruikt. Gisten worden in de natuur aangetroffen in habitats waar fermenteerbare, suikerrijke vloeistoffen aanwezig zijn, o.a. in de nectar van bloemen, op fruit en bladeren.

Bekende Bornse brouwers
Van de brouwerij van de Meijershof zijn brouwboeken bekend uit 1770. De hofmeier had wel 292 vaste klanten, waaronder pastoor Mulder, dominee Peters, dokter Schoemaker en de heren van Weleveld. Herman Meijling (1696-1773) van de Keijzerskroon was een bekende Bornse brouwer. Hij was getrouwd met Hendrika Lippinkhof, dochter van brouwer Lippinkhof, die hier al in 1740 een brouwerij was begonnen. Een aantal generaties later was in 1875 weer een Herman Meijling eigenaar van de brouwerij achter De Keijzerskroon. Een andere bekende Bornse bierbrouwer was Jurriaan Jacob van Cleeff, burgemeester van Borne van 1855 tot 1879. In 1863 diende hij bij de gemeente een verzoek in tot het oprichten van een bierbrouwerij aan de Marktstraat 8, nu bekend als het Brouwershuisje. In 1849 stond op die plek al een huis annex bierbrouwerij. De kleine brouwerij werd in 1869 volledig herbouwd. Het bier van deze brouwerij was van uitmuntende kwaliteit, want hij leverde zijn bier onder andere in Amsterdam. Deze brouwerij is in 1891 gestopt. In 1970 werd het huisje volledig gerestaureerd. Daarbij werden de fundamenten van twee brouwketels gevonden en een plank met daarop de tekst ‘BROUWERIJ de HOOP’.

Vertrek naar Hengelo
De dochter van Willem van Cleeff en nichtje van Jurriaan Jacob, Johanna Jacomina, trouwde in 1875 met Herman Meijling, die daarmee de volgende eigenaar werd van de brouwerij De Hoop. Toen hij besloot de brouwerij te vergroten, verplaatste hij deze in 1878 naar Hengelo, waar hij samen met Bartelink verder ging als de Hengelose Stoom Beierse Bierbrouwerij. Het bier werd gebrouwen met het proces van ondergisting, waardoor het bier in flessen langer houdbaar bleef. Bartelink kende deze methode, waar hij had jarenlang ervaring mee had opgedaan in Zuid-Duitsland. In 1974 werd de brouwerij verkocht aan het Belgische Stella Artois, die in 1988 de brouwerij sloot.

26.2.png
Naamplaat van Van Cleeff’s
brouwerij De Hoop.
26.3.png
Fundament van de brouwketel

 

26.4.png
Het brouwershuisje van Van Cleeff,
Marktstraat 8.

Auteur:Martin Thiehatten
Trefwoorden:1800-1900 Industrialisatie, Bornse bierbrouwerijen (1823), Canon van Borne
Personen:Cate,ten Jan Steffen, Mulder,Herman, Mulder, pastoor, Peters,dominee, Schoemaker,dokter , Weleveld, van heren, Meijling,Herman, Lippinkhof,Hendrika, Cleeff, van Jurriaan Jacob, Cleeff, van Willem, Cleeff,van Johanna Jacomina, Bartelink,, Werners,, Bertelink, , Geerdink,, Hofmeijer, de
Thema's:Canon van Borne

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.