De geschiedenis van de merklap of letterdoek
De geschiedenis van de merklap of letterdoek
- Geplaatst door
De geschiedenis van de merklap of letterdoek
Linnengoed versieren met borduurwerk bestaat al heel lang. In Koptische graven in Egypte (tussen de 3e en 7e eeuw na Chr.) werd al handgeweven linnen gevonden voorzien van borduursels. Hun patronen van tulpen en anjers vindt men tot nu toe terug op merklappen in heel Europa.
Het eerste patronenboekje werd in 1523 in de Duitse stad Augsburg uitgegeven. Deze boeken verspreidden zich snel over Europa. De oudste merklap die hier in Nederland bewaard is gebleven, stamt uit 1608, maar de merk- en proeflappen bestonden allang. In 1520 maakte Joost van Cleve het schilderij 'De heilige familiLe' waarop een merklap te zien is.
ledere streek had zijn eigen motieven: Marken gebruikte schepen, Zeeuwse doeken hadden vaak een meubelmotief. Op merklappen uit grote steden staan meestal wapens. In de 17e eeuw kwam er meer welvaart in Nederland. Veel mensen kregen meer goederen, dus het merken was heel noodzakelijk.
Het was ook in Hardenberg de gewoonte dat meisjes en vrouwen een merklap of letterdoek maakten. Ongeveer op elfjarige leeftijd werd er op school aan begonnen. Het leren borduren van letters en cijfers had tot doel om later de uitzet te kunnen merken en nummeren. Dit was noodzakelijk om bijv. je eigen linnengoed op het gezamenlijke bleekveld terug te vinden. In de 17e en 18e eeuw maakten veel meisjes voornamelijk in Holland, Zeeland en Friesland tussen hun 5e en 15e jaar op school tenminste één merklap. Ook in de weeshuizen werd dit door de meisjes gedaan. Een mooie merklap was een goede aanbeveling voor een dienstbetrekking. Vooral gotische letters werden in die tijd gebruikt. De bijbel was immers ook in die letter gedrukt. Op merklappen uit de 19e en 20e eeuw zijn deze verdwenen. Opmerkelijk is dat de letter I tot 1880 ook gebruikt werd voor de letter J.
Als de meisjes wat ouder waren, werd er vaak een grotere doek geborduurd met zelfgekozen onderwerpen, zoals diverse bijbelse voorstellingen, boeketten, dieren, landschappen en vogels. In de vorige eeuw werden de materialen, het doek, de garens en de patronen gekocht van de marskramers. Op doeken, gemaakt tot het begin van de 19e eeuw werd overwegend geborduurd met zijde op handgeweven linnen. Na 1840 raakte het borduren met wol op stramien in de mode. Stamien betekent letterlijk: grof weefsel.
De grotere doeken, ook pronklappen genoemd, werden door oudere meisjes gemaakt. Soms op 16-jarige leftijd, maar meestal 1 jaar voor het trouwen, samen met een zus, nicht of vriendin. Daarom zijn pronklappen uit eenzelfde buurtschap vaak identiek aan elkaar of lijken grotendeels hetzelfde.
Eenmaal begonnen aan de pronklap mocht men 6 weken lang zelfs overdag samen borduren, 's Avonds bij petroleumlicht viel er slecht te werken. Moest het toch ’s avonds gebeuren, dan zocht men bij daglicht alvast de kleur van het borduurgaren uit. In sommige streken was het motto: Eerst de letterdoek klaar en dan trouwen. De maaksters van deze doeken waren meestal boerendochters. Hoewel de noodzaak van het merken van linnengoed allang overbodig was, werden op veel scholen nog tot 1968 de bekende kleine met rood garen geborduurde merklappen gemaakt tijdens de 'nuttige handwerkles'.
Stop- en verstellappen.
Behalve de echte merklappen moesten er in die tijd ook stop- en naden- of verstellappen worden gemaakt. De stoppen moesten zo onzichtbaar mogelijk in het patroon van de katoenen of linnen stof worden gemaakt. De oefenstof werd met gekleurde zijde uitgevoerd om eventuele fouten beter te kunnen zien. Met de verstellap werd het maken van diverse naden geleerd, zoals platte-, rol- of Engelse naad, het inzetten van nieuwe lapjes en het maken van splitten met festoninzettingen, bij ons ' luizenrekje' of 'vlooientrapje' genoemd. Door de komst van de naaimachine, die in 1841 uitge-vonden werd, hoefden deze lappen niet meer gemaakt te worden. In onze wegwerpmaatschappij is verstellen voor velen een onbekend begrip.
Het tapijt van Bayeux
De stad Bayeux in Normandië dankt haar faam vooral aan het wereldberoemde wandtapijt, bewaard in het museum aldaar. Het geborduurde linnen doek geeft in een soort stripverhaal de uitbeelding weer van de Slag bij Hastings, in 1066, waarbij Willem, hertog van Normandië, sedertdien de 'Veroveraar', Engeland veroverde. Het doek, dat 70 meter lang is en 50 cm. hoog brengt een stuk middeleeuwse geschiedenis tot leven. De Engelsen zijn op het doek te herkennen aan hun (geborduurde) snor en de Normandiërs aan hun geschoren nek.
Enkele teksten en opschriften van de 18e en 19e eeuwse merklappen:
* Als de wijn gaat in den man leyt de wijsheid in de kan.
* De beste huisvrouw die bestaat is zeker - waar op markt en straat Geen mens van weet, geen mens van praat.
* de wereld is een speeltoneel Elck speelt zijn rol en krijght zijn deel.
* Een rotten appel in den mande Maekt oock het gave fruyt te schande.
* En wat ziet gij den splinter in het oog van uw broeder, Maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet.
* Ledigheid is des duivels oorkussen.
Symboliek van de merklapmotieven:
Aap: meestal als spinnende aap - het symbool van de duivel,
Achthoek: symbool van volmaaktheid.
Anjer: symbool van moederliefde.
Anker: symbool van de hoop.
Druivendragers: of verspieders van Kanaan; Joshua en Kaleb door Mozes als verspieders naar
Kanaan gestuurd. Ze zijn het symbool van het jodendom en het heidendom.
De druiventros het symbool van Christus,
Duif: symbool van de Heilige Geest; van oudsher van vrede en barmhartigheid.
Eenhoorn: symbool van kuisheid en zuiverheid.
Haan: Symbool van waakzaamheid en boetedoening. Men kan hierbij denken aan de
haan die 3x kraaide bij de verloochening van Christus,
Harp: of lier, symbool van reinheid, verhevenheid, muziek,
Hart: symbool van goddelijke liefde,
Hert: symbool van zachtmoedigheid, maar ook van fierheid; tevens symbool van de jacht.
Hond: symbool van waakzaamheid en trouw,
Huis: vaak het huis van de maakster of de school,
Krans: symbool van de overwinning, triomf,
Kroon: symbool en eeuwigheid en trouw, ook krans en cirkel,
Kruis: symbool van geloof,
Lam: lam Gods, dierensymbool van Christus.
Leeuw: symbool van kracht en standvastigheid; vaak afgebeeld als Nederlandse leeuw,
staande in een rond perkje (Hollandse tuin) afgesloten door een hekje, met in
zijn rechterklauw een zwaard en links een bundel pijlen. De Hollandse tuin
symboliseert het Huis van Oranje,
Lelie: symbool van onschuld.
Levensboom: de boom van kennis van kwaad en goed, vaak afgebeeld met Adam en de slang,
symbool van het leven.
Maagd: Nederlandse of vrije maagd: vaak staande in Hollandse tuin met in de
rechterhand een stok met vrijheidshoed.
Man en vrouw: symbool van huwelijkstrouw
Papegaai: symbool van babbelzucht en napraterij.
Pauw: symbool van weelde en ijdelheid, maar ook om ridderlijkheid en
onsterfelijkheid te symboliseren,
Roos: symbool van de liefde.
Schip: zonder zeil symbool van de ark van Noach, ook van de huwelijksboot.
Ster: achtpuntige - zinnebeeld van Bethlehem,
zespuntige - joods symbool,
vijfpuntige - aankondiging,
Treurwilg: symbool van verdriet en het dodenrijk,
Uil: symbool van de wijsheid,
Viooltje: symbool van de nederigheid,
Vlinder: symbool van de wederopstanding en onsterfelijkheid.
Zevenarmige
kandelaar: symbool van zeven gaven, zoals wijsheid, verstand, raad, sterkte,
wetenschap, vroomheid, vreze Gods.
Zwaan: symbool van de goede dood, tevens vogel der liefde; de lutherse
kerk voert als symbool de zwaan,
Ooievaar: symbool van waakzaamheid en ouderliefde.
De belangstelling voor zowel oude merklappen als voor het zelf ontwerpen en 't namaken vanaf oude patronen neemt de laatste jaren weer toe. Juist nu, in onze tijd, krijgt de merklap een nieuw leven als hobby en tijdverdrijf en ontstaan er lappen met een fraaie harmonieuze samenstelling, soms nostalgisch van aard, soms verhalend en heel toepasselijk voor de familie van de maakster of voor diegene die de lap ten geschenke krijgt. Deze oude gewoonte zal dus klaarblijkelijk nooit geheel verdwijnen al is er nu geen verplichting of status meer aan verbonden. Opmerkelijk is dat er door de eeuwen heen altijd is doorgeborduurd!
Auteur: | Verhaal uit Rondom den Herdenbergh: jrg. 15 (1998), afl. 1, p.28-32. geschreven door J.W Timmers-Steenhuis |
Trefwoorden: | Handwerk, Merklap, Textiel |
Periode: | 1998 |
Locatie: | Hardenberg gemeente |