image/svg+xml

Zwemles in het Openluchtbad

Verhaal

Zwemles in het Openluchtbad

Plaatje bij verhaal: bad_en_zweminrichting_zwartewater_-_zwolle.jpg

Nee, dat is natuurlijk nog niet het Openluchtbad aan de Ceintuurbaan. Dat ging pas open in 1933 en is in 2018 haast oeroud voor een zwembad. De status als Rijksmonument en handige renovaties houden de oude dame nog in uitstekende vorm, zodat Zwolle nog jarenlang trots mag zijn op dit fraaie voorbeeld van een strakke bouwstijl, uit dezelfde tijd als de oude Ambachtsschool aan de Hortensiastraat en het even oude Sophia-Ziekenhuis aan de Rhijnvis Feithlaan, net als het zwembad van architect Wiebenga.

In 1918 zwemt Zwolle nog in open water, in de Wetering en het Zwartewater. Maar aan het eind van zwemseizoen 1918 moet geconstateerd worden dat er nog lang niet genoeg gezwommen wordt. Tegenwoordig is het onderwijs natuurlijk verstandig genoeg om ieder kind op te voeden met schoolzwemmen, en anders kunnen overal zwemlessen te kust en te keur gescoord worden. Jonge ouders slepen hun kroost met liefde (ondanks gemopper over nooit eens lekker uitslapen) naar het zwembad. Zwemmen is een noodzakelijke basisvaardigheid!

Zover zijn we in 1918 nog niet. Terugkijkend op de zomer van 1918 schrijft de Zwolsche Courant nogal laconiek: In den laatsten tijd zijn hier ter stede nog al eens kinderen verdronken. Tragisch genoeg hebben zulke gebeurtenissen blijkbaar fikse sensatiewaarde: onlangs waren duizenden ooggetuige van de vergeefsche pogingen om een kind bij te brengen dat op klaarlichten dag van een schip bij de Nieuwe Havenbrug in het water was gevallen. De krant betoont hoofdschuddend onbegrip voor ouders die hun kinderen niet leeren zwemmen. Maar gelukkig is het seizoen nog niet helemaal voorbij, en al lijkt het ongelukkige, want erg late, timing, er is een demonstratie reddend zwemmen in de Bad- en Zweminrichting aan de Wetering en de krant kan niet beter medewerken om propaganda te maken voor de goede zaak dan door het geheele programma van de demonstratie in het redden van drenkelingen af te drukken.

Het moet gezegd, een indrukwekkend programma dat bijna een halve krantenkolom (en dan nog in héél kleine lettertjes) beslaat en twee soorten demonstraties afwisselt, normale zwemlessen en spectaculair bedoelde reddingsacties. Voor diploma A is bijvoorbeeld de volgende Zwemeisch. Gekleed met jas, vest, broek en schoenen, van de loopplank met opgetrokken knieën te water springen; 10 à 15 M. op de borst zwemmen, voorover duiken en iets van den bodem ophalen; daarna de kleeren in het water uittrekken en naar den wal brengen. Herkenbaar en toch heel anders, net als een andere diploma-eis: 10 à 15 M. op den rug zwemmen, met de handen in de zijden of de armen over de borst gekruist; de beenen laten zakken tot loodrechte lichaamshouding en door z.g. watertrappen eenigen tijd blijven “staan”. De te zwemmen afstanden zijn intussen flink uitgebreid, maar gelukkig hebben we het watertrappen nog.

De demonstraties reddend zwemmen worden aangekondigd met het begrip Spiegelredding, een raadselachtig woord, waar zich in elk geval spannende actie achter lijkt te verstoppen: Drie visschers zijn aan het hengelen; het bootje kantelt. Leden eener brigade brengen hulp. Dat is nog een vrij eenvoudige oefening, al biedt zij wel ruimschoots gelegenheid tot meeslepend stil spel. Maar het kan nog een stuk spannender: Een wissellooper wordt aangevallen en beroofd. Na den diefstal wordt het slachtoffer gekneveld te water geworpen; door zich volkomen kalm te houden, komt hij boven en blijft drijven totdat een voorbijgangster hem redt. Een prima act, waar Houdini nog wat van kan leren: geen woest gespartel, maar je kalm houden. En de laatste demonstratie is even simpel als effectief: Een boer valt te water. Na uit het water gehaald te zijn, worden de levensgeesten opgewekt. Maar waarom moet dat nou speciaal een boer zijn?

Auteur:Sjaak Onderdelinden
Trefwoorden:Zwemmen
Periode:1900-1920
Locatie:Zwolle gemeente

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.