image/svg+xml

Bep Bakhuys (1909-1982) in Oranje tenue, 22 januari 1930. De Nederlandse voetbalhistorie kent een aantal legendarische spelers, maar Bep Bakhuys behoorde tot de allergrootsten. Ook buiten de voetbalsport leidde hij een stormachtig bestaan. Reden genoeg voor een plaats op de eretribune. Geboren in het vroegere Nederlands-Indië, als zoon van een suikerondernemer, werd Bakhuys al als kind naar Nederland gestuurd om daar onderwijs te volgen. In Den Haag werd hij eerst lid van Quick en vervolgens van de vereniging HBS. Voor middelbaar onderwijs vertrok de twaalfjarige vervolgens naar Zwolle, waar hij in de kost kwam bij een leraarsgezin en lid werd van ZAC. Korte tijd speelde hij weer voor HBS en in 1925, zestien jaar oud, kreeg hij een plaats in het eerste elftal. Hij scoorde meteen tweemaal. Met het oog op zijn toekomstig beroep in Indië studeerde Bakhuys vervolgens aan een tuinbouwschool in de nabijheid van Zwolle en keerde hij terug naar ZAC. Daar blonk hij zo uit in het scoren dat hij in 1928 als midvoor zijn debuut in het Nederlands Elftal maakte. Tot 1930, het jaar van zijn terugkeer naar Indië, kwam hij nog drie keer voor Oranje uit. In het begin van de jaren dertig sloeg de economische crisis in Indië hard toe. Het lukte Bakhuys niet een carrière op te bouwen. Wel kwam hij met veel succes uit voor het Soerabajase THOR. Toen de vooruitzichten op een geschikte baan niet verbeterden, besloot Bakhuys naar Nederland terug te keren. Maar ook hier bleken de kansen op werk dun gezaaid. Meer succes had Bakhuys met het voetballen. Terug gekeerd naar ZAC trok hij sterk de aandacht door de vele doelpunten die hij maakte. Opnieuw kreeg hij een plaats in het Nederlands Elftal, dat bezig was met een indrukwekkende reeks overwinningen. Het was de tijd van Karel Lotsy?s ?mental training? en van spelers als Halle, Paauwe, Van Heel, Wels, Vente en Smit. In de interland tegen België, voorjaar 1934, scoorde Bakhuys met de beroemd geworden zweefduik. Het jaar 1934 werd ook het, 2

Bep Bakhuys (1909-1982) in Oranje tenue, 22 januari 1930. De Nederlandse voetbalhistorie kent een aantal legendarische spelers, maar Bep Bakhuys behoorde tot de allergrootsten. Ook buiten de voetbalsport leidde hij een stormachtig bestaan. Reden genoeg voor een plaats op de eretribune. Geboren in het vroegere Nederlands-Indië, als zoon van een suikerondernemer, werd Bakhuys al als kind naar Nederland gestuurd om daar onderwijs te volgen. In Den Haag werd hij eerst lid van Quick en vervolgens van de vereniging HBS. Voor middelbaar onderwijs vertrok de twaalfjarige vervolgens naar Zwolle, waar hij in de kost kwam bij een leraarsgezin en lid werd van ZAC. Korte tijd speelde hij weer voor HBS en in 1925, zestien jaar oud, kreeg hij een plaats in het eerste elftal. Hij scoorde meteen tweemaal. Met het oog op zijn toekomstig beroep in Indië studeerde Bakhuys vervolgens aan een tuinbouwschool in de nabijheid van Zwolle en keerde hij terug naar ZAC. Daar blonk hij zo uit in het scoren dat hij in 1928 als midvoor zijn debuut in het Nederlands Elftal maakte. Tot 1930, het jaar van zijn terugkeer naar Indië, kwam hij nog drie keer voor Oranje uit. In het begin van de jaren dertig sloeg de economische crisis in Indië hard toe. Het lukte Bakhuys niet een carrière op te bouwen. Wel kwam hij met veel succes uit voor het Soerabajase THOR. Toen de vooruitzichten op een geschikte baan niet verbeterden, besloot Bakhuys naar Nederland terug te keren. Maar ook hier bleken de kansen op werk dun gezaaid. Meer succes had Bakhuys met het voetballen. Terug gekeerd naar ZAC trok hij sterk de aandacht door de vele doelpunten die hij maakte. Opnieuw kreeg hij een plaats in het Nederlands Elftal, dat bezig was met een indrukwekkende reeks overwinningen. Het was de tijd van Karel Lotsy?s ?mental training? en van spelers als Halle, Paauwe, Van Heel, Wels, Vente en Smit. In de interland tegen België, voorjaar 1934, scoorde Bakhuys met de beroemd geworden zweefduik. Het jaar 1934 werd ook het, 2

Omschrijving:Bep Bakhuys (1909-1982) in Oranje tenue, 22 januari 1930. De Nederlandse voetbalhistorie kent een aantal legendarische spelers, maar Bep Bakhuys behoorde tot de allergrootsten. Ook buiten de voetbalsport leidde hij een stormachtig bestaan. Reden genoeg voor een plaats op de eretribune. Geboren in het vroegere Nederlands-Indië, als zoon van een suikerondernemer, werd Bakhuys al als kind naar Nederland gestuurd om daar onderwijs te volgen. In Den Haag werd hij eerst lid van Quick en vervolgens van de vereniging HBS. Voor middelbaar onderwijs vertrok de twaalfjarige vervolgens naar Zwolle, waar hij in de kost kwam bij een leraarsgezin en lid werd van ZAC. Korte tijd speelde hij weer voor HBS en in 1925, zestien jaar oud, kreeg hij een plaats in het eerste elftal. Hij scoorde meteen tweemaal. Met het oog op zijn toekomstig beroep in Indië studeerde Bakhuys vervolgens aan een tuinbouwschool in de nabijheid van Zwolle en keerde hij terug naar ZAC. Daar blonk hij zo uit in het scoren dat hij in 1928 als midvoor zijn debuut in het Nederlands Elftal maakte. Tot 1930, het jaar van zijn terugkeer naar Indië, kwam hij nog drie keer voor Oranje uit. In het begin van de jaren dertig sloeg de economische crisis in Indië hard toe. Het lukte Bakhuys niet een carrière op te bouwen. Wel kwam hij met veel succes uit voor het Soerabajase THOR. Toen de vooruitzichten op een geschikte baan niet verbeterden, besloot Bakhuys naar Nederland terug te keren. Maar ook hier bleken de kansen op werk dun gezaaid. Meer succes had Bakhuys met het voetballen. Terug gekeerd naar ZAC trok hij sterk de aandacht door de vele doelpunten die hij maakte. Opnieuw kreeg hij een plaats in het Nederlands Elftal, dat bezig was met een indrukwekkende reeks overwinningen. Het was de tijd van Karel Lotsy?s ?mental training? en van spelers als Halle, Paauwe, Van Heel, Wels, Vente en Smit. In de interland tegen België, voorjaar 1934, scoorde Bakhuys met de beroemd geworden zweefduik. Het jaar 1934 werd ook het jaar van ?We gaan naar Rome?. Jammer genoeg werd Nederland tijdens die WK al vroeg uitgeschakeld. Toch vormden deze jaren een hoogtepunt in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. Bakhuys kwam talloze malen voor Oranje uit en scoorde gemiddeld minstens een keer per wedstrijd. Als voetballer speelde Bakhuys zich dan wel in de schijnwerpers, met zijn maatschappelijke carrière wilde het niet vlotten. Er moest echter brood op de plank komen, zeker nadat hij in 1936 in het huwelijk was getreden. Nu was het in die tijd een publiek geheim dat heel wat spelers van hun club ?van onder de toonbank? geld kregen toegestopt. Ook Bakhuys deelde daarin mee. Toen bekend raakte dat het Venlose VVV hem een sigarenwinkel aanbood, liepen de officials van de KNVB hiertegen te hoop. Dat leverde Bakhuys een schorsing op. Wat kon hij toen anders doen dan in te gaan op een zeer lucratief aanbod van het Franse FC Metz? Spelen voor deze club noemde hij zelfs zijn maatschappelijke redding. Met een korte onderbreking door de Tweede Wereldoorlog, hield de rusteloze Bakhuys het in Frankrijk tot 1947 uit. Definitief terug in Nederland, had hij van de zijde van de KNVB nog altijd een antistemming te verduren. Het bestaan bleef uiterst moeizaam. Zijn huwelijk liep op de klippen en tot overmaat van ramp kreeg hij tbc, waarvoor hij in een sanatorium belandde. Na zijn herstel aanvaardde hij een weinig spectaculaire administratieve functie om in zijn levensonderhoud te voorzien. Maar vanaf de zijlijn bleef Bakhuys zijn geliefde sport volgen. Hij werd onder meer tv-commentator en liet zich graag interviewen over zijn vroegere prestaties. In 1982 kwam het einde in een Haags ziekenhuis. Het jubileumboek ?Het Nederlands Elftal. De historie van Oranje 1905-1989?, wijdde aan hem een sympathiek hoofdstuk.
Trefwoord:Voetbal, Voetbalclubs, ZAC (Zwolsche Athletische Club)
Datum:22-01-1930
Datum onzeker:Nee
Bestandstype:Foto
Auteur:[Bakhuys, Beb (1909-1982)]
Rechten:Zichtbaar op studiezaal
Identifier:{2E285DD3-4B0F-4582-86F4-A3FF313AFEA4}
Bron:Collectie Overijssel
Locaties:-
Collectie:Beeldbank Collectie Overijssel